Een kandidaat moet zich bij aanvang van het examen kunnen identificeren met een geldig* identiteitsbewijs. Een geldig identiteitsbewijs is:
- een paspoort, rijbewijs, identiteitskaart, vreemdelingendocument of vreemdelingenpas, afgegeven door een Nederlandse overheidsinstantie
- een identiteitskaart afgegeven door één van de landen van de Europese Unie
- een paspoort
De geldigheidsduur van een identiteitsbewijs mag op de examendatum niet zijn verlopen. Het identiteitsbewijs mag niet zodanig beschadigd zijn* dat persoonsgegevens onleesbaar zijn.
*Kijk voor meer informatie op de website van de Rijksoverheid
In artikel 4 van de aanmeldingsvoorwaarden is terug te lezen wat een geldig identiteitsbewijs is.